Hallen voor gft-compostering hebben vaak weinig verlichting. Daar het uitgangspunt is dat medewerkers zo weinig mogelijk in de hallen aanwezig zijn, is dit meestal niet van belang. Indien toch werkzaamheden nodig zijn, bijvoorbeeld bij onderhoud, reparaties en storingen, moet de werkplek zodanig verlicht zijn dat medewerkers zonder gevaar de werkzaamheden kunnen doen, bijvoorbeeld door het aanbrengen van tijdelijke verlichting. De verlichting moet zo zijn aangebracht dat er geen gevaar voor ongevallen is.
Bij onvoldoende verlichting ontstaat er risico op struikelen, stoten, onveilige situaties en ongevallen, omdat de werkplek en de omgeving niet goed zichtbaar is.
Arbeidsomstandighedenbesluit
- Artikel 6.3 Arbobesluit inzake Daglicht en kunstlicht
- Artikel 3.9 Arbobesluit inzake Noodverlichting
Overige regelgeving, normen, richtlijnen en dergelijke
- Normblad NEN-EN 12464-1:2003 nl Licht en verlichting - Werkplekverlichting - Deel 1: Werkplekken binnen.
- Normblad NEN-EN 12464-2:2007 en Licht en verlichting - Werkplekverlichting - Deel 2: Werkplekken buiten.