Beschrijving van de risicogroep
De definitie van biologische agentia is: al dan niet genetisch gemodificeerde micro-organismen, celculturen en menselijke endoparasieten die een infectie, allergie of toxiciteit kunnen veroorzaken. Tot de micro-organismen behoren bacteriën, virussen, gisten en schimmels. De groei van de micro-organismen wordt voornamelijk gestimuleerd door de aanwezigheid van water, voedingsstoffen, en een gunstige temperatuur. Daarnaast spelen tijd, licht, zuurstofgehalte en de zuurgraad een rol. Een belangrijke voorwaarde om aan micro-organismen te worden blootgesteld is dat er een transportmedium aanwezig is. Transportmedia zijn dampen, vloeistofdruppels, vocht, vuil en stof.
In de Arbowet is vastgelegd dat de werkgever maatregelen moet nemen om blootstelling aan biologische agentia te voorkomen of te beperken. In de praktijk van de afvalbranche is dit blootstelling aan de legionellabacterie die via de aerosolen van luchtbevochtiging in stort- en sorteerhallen en vanuit watertappunten zoals douches en buitenkranen in de lucht terecht kan komen. De blootstelling aan biologische agentia die vuil of stof als transportmedium gebruiken, is beschreven in het risico biologisch actief stof.