Werkgevers moeten wettelijk verplicht werknemers doeltreffend voorlichten of onderrichten over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s, en ook over de maatregelen die er op gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken. Goede opleidingen dragen hieraan bij. Zo leren medewerkers op een verantwoorde wijze om te gaan met gevaarlijke stoffen en met gevaarlijk afval.
Voor de inhoud van verschillende opleidingen bestaat een wettelijke basis die in de paragraaf Wet en regelgeving is vermeld. Hieronder is er onderscheid tussen opleidingen in bedrijven:
- die als doel hebben gevaarlijk afval te behandelen en te verwerken, en
- waar mogelijk gevaarlijk afval tussen het niet-gevaarlijk afval zit.
1. Opleidingen voor werknemers die gevaarlijk afval verwerken
Algemeen
De voorlichting en het onderricht worden geactualiseerd indien gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding geven. Gevolgde opleidingen worden vastgelegd zodat kan worden vastgesteld dat iedereen de vereiste opleiding heeft gevolgd.
Bedrijfshulpverlener
Een bedrijfshulpverlener moet zodanig opgeleid zijn dat deze de wettelijke taken naar behoren kan uitvoeren. De wettelijke taken zijn het verlenen van eerste hulp bij ongevallen, brandbestrijding, en het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf. Alle bhv-ers volgen de basisopleiding. Voor de bedrijven in de afvalbranche die gevaarlijk afval verwerken is het belangrijk dat de bedrijfshulpverleners aanvullend weten hoe te handelen bij een incident met gevaarlijke stoffen. Op iedere locatie met gevaarlijke stoffen zijn er ten minste twee bhv-ers opgeleid voor het dragen van ademlucht. Aan de bedrijfshulpverlening bij het werken in besloten ruimten worden extra eisen gesteld; zie hiervoor de maatregel: Treffen van voorzieningen voor bedrijfshulpverlening.
Begeleider (chauffeur) chemokar
De begeleider van de chemokar moet beschikken over een geldig ADR-certificaat voor chauffeur vervoer van gevaarlijke stoffen, ook als hij/zij de chemokar niet bestuurt. Het ADR-certificaat is vijf jaar geldig en het is strafbaar om de functie uit te oefenen zonder ADR-certificaat of met een verlopen ADR-certificaat. De chemokarbegeleider dient binnen één jaar vóór het verlopen van het ADR-basiscertificaat te slagen voor het verlengingsexamen. Het verlengingsexamen kan pas worden afgelegd ná het volgen van een ADR-opleiding die het CBR heeft goedgekeurd/erkend. De chauffeur dient het ADR-certificaat bij het CBR aan te vragen.
In aanvulling op het behalen en behouden van een geldig ADR-certificaat is de chemokarbegeleider verplicht om een opleiding te volgen speciaal gericht op het vervoer van huishoudelijk gevaarlijk afval. De aanvullende opleiding heeft tot doel de chemokarbegeleider bewust te maken van het veilig uitvoeren van handelingen in de praktijk en kennis van de noodprocedures. De aanvullende opleiding moet iedere vijf jaar worden gevolgd, maar er hoeft geen examen te worden afgelegd.
Transport van gevaarlijke stoffen
Het ADR schrijft voor dat iedereen die betrokken is bij wegvervoer van gevaarlijke stoffen moet zijn opgeleid. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de medewerker in het magazijn die goederen in ontvangst neemt of verstuurt en de medewerker die de vrachtbrief invult. Volgens het ADR moeten medewerkers zijn opgeleid ‘al naar gelang de eisen die het vervoer van gevaarlijke goederen aan hun verantwoordelijkheden en taken stelt’.
Om gevaarlijke stoffen te mogen vervoeren moet de chauffeur, behalve een rijbewijs en een chauffeursdiploma (code 95) ook een geldig ADR certificaat hebben. Voor dit laatste moet hij zijn opgeleid volgens ADR 8.2.1.1 en voor tankvervoer volgens ADR 8.2.2.3.3. Een bedrijf mag gevaarlijke afvalstoffen vervoeren indien het minimaal beschikt over een inzamelvergunning (VIHB) en een veiligheidsadviseur volgens ADR 1.8.3. De veiligheidsadviseur geeft bijvoorbeeld de classificatie aan welke in de vrije ruimte op de begeleidingsbrief vermeld behoort te worden zoals de gevarenklasse, UN nr, omschrijving ADR en dergelijke.
Verontreinigde bodem
Een cursus Veilig werken in of met verontreinigde bodem vergroot de kennis over de risico's ervan. Het geeft bovendien basisinformatie hoe hiermee effectief en verantwoord om te gaan. De diverse aanbieders van een cursus zijn gemakkelijk op het internet te vinden; gebruik de zoekwoorden: cursus werken met verontreinigde bodem (voorheen: werken met verontreinigde grond). Er zijn specifieke opleidingen voor leidinggevenden (afgekort tot DLP) op het gebied van veilig en gezond werken in of met verontreinigde bodem en verontreinigd grondwater.
2. Opleiding voor werknemers die gevaarlijk afval tussen niet-gevaarlijk afval kunnen aantreffen
Asbest
Het is van belang dat op elke locatie enkele acceptanten opgeleid zijn om asbesthoudend asbest te accepteren waarvoor het volgen van een basistraining asbestherkenning een belangrijke aanbeveling is. De basistraining asbestherkenning is verplicht om op de juiste wijze te handelen volgens de werkinstructie asbestincident, bijvoorbeeld wanneer asbest niet goed verpakt is.
De organisatorische maatregel opleiden van de medewerkers draagt ertoe bij dat de kans op een onveilige werkwijze vermindert, zodat zich minder ongevallen en incidenten met gevaarlijke stoffen en gevaarlijk afval zullen voordoen.
- Website van CBR voor regelgeving rond ADR-certificaat
- Zie ook Opleiden van chauffeurs en machinisten
-
artikel 8 Arbowet inzake Voorlichting en onderricht
-
artikel 4.10d Arbobesluit inzake Voorlichting en onderricht
-
Wet Vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS)
-
Besluit Vervoer gevaarlijke stoffen (BVGS)
-
Chemokarregeling Regeling vervoer huishoudelijk gevaarlijk afval 2015
-
ADR