Het gebruik van ladders als werkplek op hoogte is niet toegestaan, tenzij het gaat om lichte en kortstondige werkzaamheden op wisselende locaties, en alleen onder strikte voorwaarden. Mobiele ladders zijn bedoeld om een hoger (of lager) gelegen niveau te bereiken en (in principe) niet als werkplek.
Er bestaat een duidelijk verband tussen de hoogte waarvan iemand valt en de ernst van het letsel of de kans op sterfte. Uit onderzoek blijkt dat de kans op botbreuken, ernstig letsel en sterfte toeneemt bij een toenemende valhoogte. Op basis van de beschikbare kennis is er, volgens de Gezondheidsraad, geen veilige grens voor de valhoogte vast te stellen. Vallen van een hoogte lager dan 2,5 m kan namelijk tot (blijvend) letsel leiden. Een hoogte van maximaal 2,5 meter wordt als norm gehanteerd, maar ook bij een lager hoogteverschil verplicht het Arbobesluit tot het nemen van maatregelen met name in geval van aanwezigheid van risicoverhogende omstandigheden of openingen in vloeren.
De arbeidsomstandigheden bij het gebruik van ladders zijn vaak mede afhankelijk van anderen zoals opdrachtgevers, ontwerpers, werkvoorbereiders en fabrikanten van hulpmiddelen en gereedschappen.
Definitie van een ladder
De definitie van een ladder is: draagbaar klimmaterieel bestaande uit stijlen (ladderbomen), sporten en beslag. Er zijn enkele en meerdelige niet vrijstaande ladders: schuif- of optrekladders, telescopische ladders, en opsteekladders, en meerdelige vrijstaande ladders (A-ladders of reformladders) en vouwladders.
In de afvalbranche worden mobiele ladders gebruikt om een niveauverschil te overbruggen ondermeer bij het ontstoppen of reinigen van dakgoten. Het gebruik van een draagbare ladder brengt het gevaar van vallen bij het werken op hoogte met zich mee. Bij een val kan letsel of blijvend letsel ontstaan, in het ergste geval met de dood tot gevolg. In Nederland overlijden jaarlijks gemiddeld 18 werknemers na een val van hoogte tijdens het werk en worden er 1.230 opgenomen in een ziekenhuis. Ook in de afvalbranche komt een valongeval relatief vaak voor, zo blijkt uit de ongevalsanalyse van 504 arbeidsongevallen in de periode 1998-2009. In deze periode is 22 keer een val van ladder of trap gemeld, in 3 gevallen met blijvend letsel tot gevolg.
In de afvalbranche moet voorafgaand aan het werk worden nagegaan of de voorgenomen werkzaamheid echt met een ladder moet worden uitgevoerd. Andere oplossingen dan de ladder als werkplek verdienen de voorkeur. Als er geen (operationeel-economische) belemmeringen zijn, moet worden gekozen voor het veiligste arbeidsmiddel. Een vast bordes, een hoogwerker of een steiger is vaak veiliger dan het gebruik van een ladder.
Verbod op gebruik van ladder
Het gebruik van een ladder is niet toegestaan indien:
- de stahoogte van de voeten hoger is dan 7,5 m, of
- de opgetelde (effectieve) statijd van het project is langer dan 6 uur of per persoon langer is dan 2 uur verspreid over een werkdag, of
- de krachtsuitoefening op gereedschap groter is dan 10 kg (100 N), of
- de reikwijdte op de ladder meer is dan 1 armlengte.
- Analyse van ongevallen in de afvalsector 1998-2009, RIVM
- Advies Gezondheidsraad Vallen van hoogte (19 december 2013)
- A-blad Ladders en trappen van Volandis
- Toolboxen van Volandis