Arbocatalogus Afvalbranche

Dé arbostandaard voor alle bedrijven in de afvalsector!
Laatst gewijzigd op: 26 mei 2021, 21:19 uur -- Afvalbranche
Goedgekeurd door Inspectie SZW

Dragen werkkleding zomerweer op bedrijfsterrein

Printvriendelijke versieAls e-mail versturenPDF document
Maatregel naar plaats in de Arbeidshygiënische Strategie: 
Organisatorische maatregelen
Beschrijving van de maatregel 

Zie de maatregel Dragen werkkleding biologische agentia in de zomer indien er volgens de risico-evaluatie van het bedrijf bij de werkzaamheden gerede kans is op blootstelling aan biologische agentia.

De werkgever kan werknemers die werkzaamheden op het eigen bedrijfsterrein of in installaties verrichten, werkkleding voor zomerweer verstrekken. Werkkleding geeft voldoende bescherming tegen scherpe voorwerpen en voldoet aan eisen voor slijtvastheid, wasbaarheid en draagcomfort. De stofkeuze is van belang voor voldoende ventilatie en het voorkomen van bovenmatige transpiratie. Bij zomerse weersomstandigheden is het van groot belang dat medewerkers goed beschermd zijn tegen de risico’s van tropische temperaturen (hoger dan 30 °C), hoge zonkracht en UV-straling.

Bij zomerweer wordt aangeraden om:

  • beschermende kleding te kiezen die past bij de weersomstandigheden van het moment zoals luchtige, goed ventilerende kleding die de huid bedekt en voldoende bescherming biedt tegen UV-straling
  • warmteweerkaatsende kleding van een lichte kleur te overwegen als bescherming tegen sterke zonnestraling
  • een hoofddeksel zoals pet te dragen, desgewenst met nekbescherming

Zichtbaarheid

Wettelijk is het toegestaan om op het eigen bedrijfsterrein van bijvoorbeeld een milieustraat, afvalenergiecentrale (AEC) of stortplaats zonder zichtkleding te werken. Bij sommige bedrijven is gekozen voor werkkleding van klasse 1. Een aantal bedrijven heeft voor klasse 3 zichtkleding gekozen op basis van de risico-evaluatie, indien er een verhoogd ongevalsrisico op het eigen terrein is met uitzondering daar waar dit is aangegeven zoals een pbm-vrije route; pbm-vrij betekent dat er géén verplichting is tot het dragen van zichtkleding of persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).

Wat is verplicht?

Het dragen van werkkleding voor zomerse weersomstandigheden moet voorkomen dat de werknemer tijdens het werk oververhit raakt. De werkgever kan werknemers die werkzaamheden op het bedrijfsterrein verrichten, doelmatige werkkleding verstrekken en een draagplicht ervan opleggen. Dit geldt voor functies met werkzaamheden in de buitenlucht, in hallen en in cabines van machines en voertuigen. Bij werkzaamheden op of langs de openbare weg dient zogenoemde waarschuwingskleding te worden gedragen; zie dragen zichtkleding openbare weg. Het dragen van waarschuwingskleding op het eigen bedrijfsterrein is niet verplicht, tenzij uit de risico-evaluatie of taak-risico-analyse van het bedrijf blijkt dat het collectief dragen van zichtkleding noodzakelijk is om een veiligheidsrisico te beperken.

De werkkleding mag nooit met perslucht worden schoon geblazen omdat dit leidt tot ongewenste verspreiding van stofdeeltjes in de lucht. Het gebruik van een speciaal daartoe ontworpen luchtdouche om stoffige werkkleding te reinigen is wel toegestaan.

Tijdens een hittegolf is het noodzakelijk om in aanvulling op werkkleding voor zomerweer nog andere maatregelen te nemen om oververhitting van de werknemers te voorkomen.

De risico-inventarisatie en -evaluatie of een taak-risico-analyse van het bedrijf kan leiden tot uitzonderingen of aanvullingen op deze paragraaf over werkkleding voor zomerse omstandigheden op het bedrijfsterrein. Dit geldt bijvoorbeeld voor werkzaamheden met extreme hittebelasting zoals in een composteerhal of in de nabijheid van een hittebron als een stoomleiding of verbrandingsoven. In zo'n zeer warme omgeving is koelvest of kleding met isolatie door lucht, water of ijs te overwegen, een zogenoemd koelpak. Kleding die de verdamping van zweet belemmert, zoals zuurwerende of waterdichte pakken, verhoogt de thermische belasting voor het lichaam sterk; aanvullende maatregelen om de hittestress te verminderen zijn dan verplicht.
Criteria zoals gevaar voor scherpe voorwerpen en blootstelling aan biologisch actief stof, gevaarlijke stoffen of biologische agentia onderbouwen de keuze voor het toestaan van korte mouwen bij werkzaamheden binnen òf het altijd verplichten van lange mouwen of pijpen van respectievelijk bovenkleding en broeken.

Het dragen van lichaamsbedekkende werkkleding (lange mouwen en lange broek) en werkhandschoenen zijn in ieder geval verplicht als de werknemer in contact kan komen met stoffen die negatieve gezondheidseffecten op de huid hebben of voorzien zijn van de gevarenzin:

  • H310 Dodelijk bij contact met de huid
  • H311 Giftig bij contact met de huid
  • H312 Schadelijk bij contact met de huid
  • H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsels
  • H315 Veroorzaakt huidirritatie
  • H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken

De werkkleding is voor de betreffende stoffen chemicaliënbestendig (conform EN 13034) als de stoffen een zuurgraad (pH) kleiner of gelijk aan 2 of groter of gelijk aan 11,5 hebben. In geval medewerkers werkzaamheden uitvoeren in ATEX-gezoneerde ruimtes is de werkkleding antistatisch (conform EN1149-5). Bij Heetwerk werkzaamheden en als er een verhoogde kans is dat kleding kan vlamvatten, draagt de werknemer vlamvertragende werkkleding (conform EN ISO 11612).

Bij het verplicht dragen van werkkleding dient een goede sanitaire ruimte beschikbaar te zijn.

Indien werkkleding als persoonlijke beschermingsmiddel aan de werknemer ter beschikking is gesteld, is de werknemer verplicht het persoonlijke beschermingsmiddel met de daarbij geldende voorschriften te gebruiken en zindelijk te houden. Daarnaast is de werknemer verplicht tot naleving van de voorschriften en verboden van werkgever en wetgever; dit laatste geldt ook voor zelfstandigen en meewerkende werkgevers.

Aanvullende verplichtingen in het geval van gevaar voor biologische agentia

Indien uit de risico-inventarisatie en -evaluatie of een taak-risico-analyse van het bedrijf blijkt dat er kans is op blootstelling aan biologische agentia (van klasse 2, 3 of 4) dan is dit géén organisatorische maatregel, maar een verplichte basismaatregel die altijd moet worden genomen op grond van het Arbobesluit en gelden de volgende regels:

  • de werkkleding wordt bij het verlaten van de arbeidsplaats, direct na het beëindigen van de werkzaamheden, uitgetrokken in de aangewezen kleedruimte
  • de werkkleding mag niet mee naar huis worden genomen en wordt op het bedrijfsterrein opgeborgen
  • de werkkleding wordt op een andere plaats opgeborgen dan overige kleding
  • het bedrijf zorgt voor het reinigen, zo nodig ontsmetten, of het vernietigen van de werkkleding
Uitzonderingen of aanvullingen

De risico-inventarisatie en -evaluatie of een taak-risico-analyse van het bedrijf kan leiden tot uitzonderingen of aanvullingen op deze paragraaf over de verplichting tot het dragen van werkkleding.

Beoogd effect 

Het dragen van werkkleding is een organisatorische maatregel die bijdraagt aan het beperken van blootstelling aan biologisch actief stof en behoort bij een aantal specifieke gevaren tot de verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen.

Meer informatie 
  • Neem voor nader advies over geschikte werkkleding contact op met een leverancier
Wet- en regelgeving 
  • Indien geen gerede kans op blootstelling aan biologische agentia: Artikel 4.86 lid 3 Arbobesluit inzake Gevolgen categorie-indeling
  • bij handelingen met kans op huidcontact: artikel 4.1c lid 1 sub f Arbobesluit inzake Beperken van blootstelling; algemene preventieve maatregelen
  • indien verplichte bescherming tegen een gevaar: Afdeling 1 van Hoofdstuk 8 Arbobesluit inzake Persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Artikel 9.3 Arbobesluit inzake Verplichtingen van de werknemer
  • Artikel 9.5 Arbobesluit inzake Verplichtingen van zelfstandigen en meewerkende werkgevers