Brand- en ontploffingsgevaar van stortgas komt voor bij het stortfront, de stortvakken en op de stortplaats zelf. Na het storten van biologisch afbreekbaar afval komt er gedurende lange tijd methaan (CH4+CO2) uit stortplaatsen vrij; dit wordt stortgas genoemd. Stortgas zorgt voor stankoverlast en bovendien is methaan één van de belangrijke veroorzakers van het broeikaseffect. Een afvalstortplaats met onttrekkingsinstallatie is daarom gewenst om het gas netjes af te voeren.
Het belangrijkste risico van stortgas is dat het brandbaar is en als het eenmaal brandt moeilijk uit te krijgen is. Het risico op ontbranding van stortgas is het grootst bij laswerkzaamheden en andere hete werkzaamheden op plaatsen waar stortgas zich concentreert, zoals bij stortgasontrekkinginstallaties, stortgasmotoren, affakkelinstallaties en transportleidingen, en bij het afgraven van het afval op de stortplaats. Stortgas kan ook een risico vormen bij broeibanden op het stortfront.
Daarnaast vormt stortgas ook een risico bij het werken in besloten ruimten omdat het kan leiden tot bedwelming of verstikking. De risico's van stortgas zijn bij een afstand vanaf ongeveer 1 meter aanzienlijk lager.
Specifieke werkzaamheden waarbij brand- en ontploffingsgevaar bestaan zijn:
- Werkzaamheden in percolaatputten
- Graven van gasgangen op het stortterrein
- Hete werkzaamheden bij stortgasmotoren, stortgasfakkels en transportleidingen
- Analyse van ongevallen in de afvalsector 1998-2009, RIVM
- Basisinspectiemodule van Inspectie SZW bij Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie (2018)
- Informatie over de Wet bodembescherming
- Handleiding Stortgaswinning (1994)
- Handreiking Methaanreductie Stortplaatsen (2007)