Bij het legen van ondergrondse containers zijn de vloeren die het containergat moeten afsluiten onderdeel van het veilig laten verlopen van het ledigingsproces. Er bestaan verschillende soorten veiligheidsvloeren, zoals klapvloeren, vloeren met contragewichten of omhoog komende hekjes en vloeren met een schaarmechanisme. Wanneer de container uit het gat gehesen wordt, moet het containergat worden afgesloten door de veiligheidsvloer, en bij het terugplaatsen van de container moet de vloer weer openen. Hierbij kunnen zich twee soorten storingen voordoen:
- De vloer sluit het containergat bij het hijsen niet af, waardoor valgevaar van hoogte ontstaat voor medewerkers en omstanders
- De vloer opent niet wanneer de medewerker de container terug wil plaatsen.
Wanneer de medewerker het probleem zelf probeert te verhelpen, ontstaat er valgevaar indien de vloer wel plotseling opent.
Wanneer het niet mogelijk is een veiligheidsvloer aan te brengen, moet de put afgeschermd worden met een stevige afzetting die minstens 1 meter hoog is. De openingen in de afzetting mogen niet groter zijn dan 47 cm.
Deze technische maatregel beoogt te voorkomen dat derden iets overkomt of dat derden degene die werkzaamheden uitvoert, verstoren.