Arbocatalogus Afvalbranche

Dé arbostandaard voor alle bedrijven in de afvalsector!
21 april 2023, 14:44 uur
Achtergrondinformatie

Voorbeeld werkinstructie Brandpreventie

Printvriendelijke versieAls e-mail versturenPDF document

Brandgevaar

Brandgevaar op de werkplek is een voortdurende zorg. Brand is gevaarlijk voor iedereen, vertraagt het werk en brengt schade toe aan materialen en uitrusting, die verwijderd en weer vervangen moet worden.

Een brand kan het eenvoudigst bestreden worden door de drie basis elementen van de branddriehoek in gedachten te houden:

  • Zuurstof
  • Temperatuur
  • Brandstof

Als een van deze elementen ontbreekt dan kan er geen brand ontstaan.

Wordt bij brand een van deze elementen weggenomen dan dooft het vuur.

Brandpreventie

De volgende punten kunnen oorzaken van brand zijn:

  • Elektrische kabels en uitrusting 
  • Het vullen van brandstoftanks 
  • Afval op de werkplek
  • Lassen, branden en slijpen 
  • Vonkvorming bij ontlading van statische elektriciteit
  • Onvoldoende gebruik van lasdekens 
  • Smeulende resten in afval zoals as van bijvoorbeeld vuurkorf, open haard of barbecue 
  • Broei in opgeslagen of gestort afval

De eerste seconden bij het ontstaan van een brand zijn het belangrijkst; deze zijn bepalend of het een grote brand wordt of dat het met een sisser afloopt.

Rookverbod

Bij enig risico op brandgevaar is een belangrijke preventieve maatregel het instellen van een verbod op roken, open vuur en vonken.

Brandbare Gassen

Flessen met brandbare gassen en zuurstof moeten soort bij soort worden opgeslagen in de daar voor bestemde flessenrekken.
Lege flessen moeten gescheiden worden van de volle.
Flessen die leeg raken tijdens het lassen moeten terug gebracht worden naar de flessenrekken en niet achtergelaten worden op de werkplek.

Brandgevaarlijke werkzaamheden

Bij heetwerk zoals lassen, branden en warmstoken moeten, alvorens te beginnen, alle brandbare materialen uit de directe omgeving verwijderd worden. Ook elektrocutie kan brand veroorzaken.
Zeker op steigervloeren en roosterbordessen is het gebruik van branddekens verplicht. Rioolputten en afloopgoten moeten eveneens zorgvuldig worden afgedekt.

Broei

Bij opslaan en storten van afval kan broei ontstaan. Dit is van veel factoren afhankelijk met name het vochtgehalte, de aard van het opgeslagen materiaal en de toevoer van zuurstof. Preventieve maatregelen om broeibrand te voorkomen zijn afhankelijk van de situatie en de omstandigheden.

Voorbeelden van maatregelen bij het opslaan van huisvuil- en houtresten in de buitenlucht zijn:

  • in de procesvoering het materiaal niet langer dan enkele dagen laten liggen (materiaal doorzetten, niet 'last in, first out')

  • afvalbunker voor het weekend leeg draaien

  • broeigevoeligheid van afval minimaliseren door opslag van grote of grove delen biomassa met een deeltjesgrootte groter van 200 mm

  • de hoogte opslag van broeigevoelig afval beperken tot 4 meter

  • zorgen voor voldoende ruimte rondom een partij broeigevoelig materiaal om dit – indien nodig – met een loader om te zetten zodat de broeikern wordt geneutraliseerd

  • matrassen droog opslaan (beschermen tegen regenwater)

Specifiek bij composteerinrichtingen:

  • regelmatig de temperatuur op minimaal 1 meter diepte in te composteren materiaal meten:

    • een partij die het composteerproces nog moet doorlopen omzetten als de temperatuur boven de 70 °C komt 

    • een partij die het composteerproces doorlopen heeft, omzetten als de temperatuur boven de 80 °C komt

Brandblussers

Allereerst is het volgende van belang:

  • Zorg dat men weet waar de brandblussers opgesteld zijn.
  • Bij brandgevaarlijk werk altijd een blusser onder handbereik houden.
  • Laat de brandblusmiddelen periodiek controleren.
  • Geef regelmatig instructie hoe de brandblusser adequaat wordt bediend.

Zijn er ten behoeve van de werkzaamheden dieselcompressoren, generatoren of brandstoftanks geplaatst, dan dient er in de directe omgeving een brandblusser aanwezig te zijn. Dit geldt eveneens voor de lasmachines en flessenwagens, zodat de lasser te allen tijde de beschikking heeft over een brandblusser. Na het werk dient men zijn lasmachine uit te zetten en de reduceerventielen af te koppelen om zo doende mogelijk ontstekingsbronnen uit te schakelen.

Brandmelding

Meld elke brand onmiddellijk en denk niet, wanneer het een kleine brand is, dat het niet belangrijk genoeg is om het te melden. Want voor dat u het weet is de brand uitgebreid tot een grote brand, die met een twee brandblussers niet meer te bedingen valt.

Vluchtwegen

Houd vluchtwegen, brandtrappen, nooduitgangen altijd vrij van obstakels, zodat u ook werkelijk kunt vluchten als de nood aan de man komt.

Registratie en archivering

wat wie waar hoe lang
       
randomness