Arbocatalogus Afvalbranche

Dé arbostandaard voor alle bedrijven in de afvalsector!
Laatst gewijzigd op: 9 oktober 2023, 17:44 uur -- Afvalbranche
Goedgekeurd door Inspectie SZW

Broeibrand

Printvriendelijke versieAls e-mail versturenPDF document
Beschrijving van het risico 

Uit inventarisatie binnen de afvalbranche blijkt dat er twee belangrijke oorzaken zijn van het ontstaan van branden bij afvalbedrijven, te weten:

  1. de ontwikkeling van warmte in afvalhopen oftewel broei, en
  2. de aanwezigheid van ongewenste ontvlambare materialen in het afval.

Door het hele jaar ontstaan bij afvalbedrijven branden. Tijdens de zomer, van april tot september, is er een kleine toename in de statistieken (seizoensinvloed).

Ontvlambare materialen die ongewenst in het afval voorkomen zijn bijvoorbeeld spuitbussen, accu's, lithium-batterijen, en de nog warme as van een barbecue of vuurkorf. Dergelijke afvalstoffen moeten daarom via aparte afvalstromen worden aangeboden.

Met name afvalstromen met organisch materiaal bouwen warmte op. Als organisch afval voor een langere tijd wordt opgeslagen, kan de temperatuur door biologische activiteit stijgen ten gevolge van microbiële processen, waardoor het vochtgehalte van het materiaal afneemt. De temperatuur in organisch materiaal is meestal hoger dan die van de buitenlucht. Bij een temperatuur in organisch materiaal hoger dan 70 °C is het risico op het ontstaan van een zogenaamde broeibrand verhoogd. Als de temperatuur tot boven de 90 °C stijgt, bestaat de kans op zelfontbranding van het materiaal.

Volgens experimenteel onderzoek van KEMA is het gevaar voor een broeibrand bij een vochtgehalte van onder de 20 %RV (relatieve vochtigheid) minimaal. Een vochtgehalte tussen de 20 en 50 % geeft bij veel materialen het risico dat broei kan ontstaan; het vochtgehalte waarbij broei ontstaat, is afhankelijk van het soort materiaal. Bij homogene biomassa, zoals houtchips, is het gevaar voor broeibrand minimaal bij een vochtgehalte onder de 20 %. In niet-homogeen materiaal, zoals groenafval, bestaan vochtige naast drogere plekken en is de kans op broei vooral aanwezig wanneer grof materiaal uitgedroogd raakt en het vochtgehalte daalt onder 40 %. Daarom moeten sommige afvalstromen op een droge plek worden opgeslagen om te voorkomen dat ze vochtig worden.

De factor tijd speelt een heel belangrijke rol bij het ontstaan van een broei. Hoe langer een broei-gevoelige afvalstof ligt te wachten op transport en/of verwerking, hoe hoger de temperatuur wordt, hoe groter de kans op het ontstaan van broeibrand is. Als broei eenmaal tot ontbranding komt, ontwikkelt de brand zich meestal snel, zeker als het materiaal is uitgedroogd. Als er vervolgens zuurstof toetreedt, zoals bijvoorbeeld tijdens het ontgraven van het afval, dan kan het vuur zich snel verspreiden. Een bijkomend risico van broeibrand is het vrijkomen van koolmonoxide vanwege onvolledige verbranding van het afval.

Tot slot speelt de factor druk een rol. Hoe hoger de berg afval, hoe hoger de druk, hoe groter de kans op broei. Daarom mogen afvalhopen niet hoger dan 4 meter zijn; vaak is deze maximale hoogte opgenomen in de vergunning van het afvalbedrijf.

Inzamelen, Milieustraat en Bewerken

Bij het inzamelproces kan een broeibrand ontstaan onder andere wanneer een broei-gevoelige afvalstof al gedurende een langere periode bij de ontdoener heeft gelegen, alvorens die wordt ingezameld. Ook op een verwerkingslocatie kan broeibrand voorkomen in de opslag van het afval of in de sorteerhal. De opslag van vuile poetsdoeken met (plantaardige) oliën en matrassen vormt een bekend risico.

Composteren

Tijdens het composteringsproces treedt per definitie broei op, omdat dit het principe van composteren is. Er bestaat altijd kans op broeibrand op plaatsen waar veel grof organisch materiaal aanwezig is, waardoor een sterke natuurlijke trek optreedt (schoorsteeneffect). Na het composteerproces kan broeibrand met name optreden in de opslag van de zeefoverloop.

Verbranden

Bij een afvalenergiecentrale kan broeibrand voorkomen in de opslag van aangevoerd afval in de afvalbunker. Zowel organisch materiaal als een chemische reactie zijn een gevaar voor het ontstaan van brand.

Storten

Op stortplaatsen ontstaat de kans op broeibrand op plaatsen met een laag vochtgehalte in een stortlichaam waar, bij grove delen, het zogenoemde schoorsteeneffect aanwezig is.

Wet en regelgeving 
Meer informatie 
  • Wetenschappelijk artikel Self heating in yard trimmings, 2002 waarin het principe van het ontstaan van broeibrand in groen tuinafval wordt beschreven
  • Onderzoeksrapport Broei bij biomassa; experimenteel onderzoek en modellering, C.H. Gast, P. van Woesik en H.M. Weijers, KEMA Power Generation & Sustainables, Arnhem, 16 september 2004

Selecteer in de tabel een maatregel om te bekijken, of maak een selectie voor een printervriendelijke versie of om als PDF op te slaan.

RisicoMaatregelenArbeidshygiënische Strategie
Broeibrand
Geven werkinstructie BrandpreventieWettelijke verplichting
 
Voorlichten over brandpreventie en brandbestrijdingWettelijke verplichting
 
Treffen voorzieningen voor bedrijfshulpverlening bij brandTechnische maatregelen
 
Opstellen bhv-planOrganisatorische maatregelen
 
Organiseren bedrijfshulpverlening bij brandOrganisatorische maatregelen
 
Verminderen kans op broeibrandOrganisatorische maatregelen
MaatregelenArbeidshygiënische Strategie
Risico Broeibrand
Geven werkinstructie BrandpreventieWettelijke verplichting
Voorlichten over brandpreventie en brandbestrijdingWettelijke verplichting
Treffen voorzieningen voor bedrijfshulpverlening bij brandTechnische maatregelen
Opstellen bhv-planOrganisatorische maatregelen
Organiseren bedrijfshulpverlening bij brandOrganisatorische maatregelen
Verminderen kans op broeibrandOrganisatorische maatregelen
randomness