Zie de maatregel Dragen werkkleding winterweer op het bedrijfsterrein indien er volgens de risico-evaluatie van het bedrijf bij de werkzaamheden geen gerede kans is op blootstelling aan biologische agentia.
De werkgever verplicht werknemers die werkzaamheden op het eigen bedrijfsterrein of in installaties verrichten, werkkleding voor winterweer te dragen. Verplichte werkkleding geeft voldoende bescherming tegen scherpe voorwerpen en voldoet aan eisen voor slijtvastheid, wasbaarheid en draagcomfort. De stofkeuze is van belang voor voldoende ventilatie. Bij koud weer is het van groot belang om steeds zelf warm te blijven, want in de vrieskou of bij harde wind is het moeilijk om weer op te warmen. Het is makkelijker iets uit te trekken als het te warm blijkt. Bij winters weer is het dragen van meerdere lagen kleding het meest effectief. Andersom is het van belang binnen niet te warm gekleed te zijn, als daarna in de kou gewerkt moet worden. Een jas biedt buiten weinig warmte als hij al binnen gedragen wordt. Daarom wordt bij winterweer aangeraden om:
- het meer-lagen-kleding-principe toe te passen
- beschermende kleding te kiezen die past bij de weersomstandigheden van het moment zoals thermo onderkleding bij koude, een winddicht jack bij hard wind en een doorwerkpak bij regen
- een hoofddeksel zoals muts of pet en handschoenen te dragen
- warmte-isolerend schoeisel te dragen dat voorkomt dat de kou vanuit de grond of vloer het lichaam intrekt
Zichtbaarheid
Wettelijk is het toegestaan om op het eigen bedrijfsterrein van bijvoorbeeld een milieustraat, afvalenergiecentrale (AEC) of stortplaats zonder zichtkleding te werken. Bij sommige bedrijven is gekozen voor werkkleding van klasse 1. Een aantal bedrijven heeft voor klasse 3 zichtkleding gekozen op basis van de risico-evaluatie, indien er een verhoogd ongevalsrisico op het eigen terrein is met uitzondering daar waar dit is aangegeven zoals een pbm-vrije route; pbm-vrij betekent dat er géén verplichting is tot het dragen van zichtkleding of persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
Bij gladheid
Wanneer het buiten niet alleen koud maar ook glad is, is bovendien een goed profiel van het schoeisel nodig. Ook kan gedacht worden aan antislipijzers, overschoenen, hoesjes of dergelijke om de kans op uitglijden te beperken.
Wat is verplicht?
Het dragen van werkkleding volgens het meer-lagen-kleding-principe moet voorkomen dat de werknemer tijdens het werk onderkoeld raakt. De werkgever kan werknemers die werkzaamheden op het bedrijfsterrein verrichten, doelmatige werkkleding verstrekken en een draagplicht ervan opleggen. Dit geldt voor functies met werkzaamheden in de buitenlucht, in hallen en in cabines van machines en voertuigen. Bij werkzaamheden op of langs de openbare weg dient zogenoemde waarschuwingskleding te worden gedragen; zie dragen zichtkleding openbare weg. Het dragen van waarschuwingskleding op het eigen bedrijfsterrein is niet verplicht, tenzij uit de risico-evaluatie of taak-risico-analyse van het bedrijf blijkt dat het collectief dragen van zichtkleding noodzakelijk is om een veiligheidsrisico te beperken.
De werkkleding mag nooit met perslucht worden schoon geblazen omdat dit leidt tot ongewenste verspreiding van stofdeeltjes in de lucht. Het gebruik van een speciaal daartoe ontworpen luchtdouche om stoffige werkkleding te reinigen is wel toegestaan.
Tijdens extreme koude weer is het noodzakelijk om in aanvulling op werkkleding voor winterweer nog andere maatregelen te nemen om onderkoeling van werknemers te voorkomen.
De risico-evaluatie van het bedrijf of taak-risico-analyse van een functie kan leiden tot uitzonderingen of aanvullingen op deze paragraaf over werkkleding voor winterse omstandigheden op het bedrijfsterrein. Dit geldt bijvoorbeeld voor werkzaamheden met extreme hittebelasting zoals in een composteerhal of in de nabijheid van een hittebron als een stoomleiding of verbrandingsoven. In zo'n zeer warme omgeving is koelvest of kleding met isolatie door lucht, water of ijs te overwegen, een zogenoemd koelpak. Kleding die de verdamping van zweet belemmert, zoals zuurwerende of waterdichte pakken, verhoogt de thermische belasting voor het lichaam sterk; aanvullende maatregelen om de hittestress te verminderen zijn dan verplicht.
Criteria zoals gevaar voor scherpe voorwerpen en blootstelling aan biologisch actief stof, gevaarlijke stoffen of biologische agentia onderbouwen de keuze voor het toestaan van korte mouwen bij werkzaamheden binnen òf het altijd verplichten van lange mouwen of pijpen van respectievelijk bovenkleding en broeken.
Het dragen van lichaamsbedekkende werkkleding (lange mouwen en lange broek) en werkhandschoenen zijn in ieder geval verplicht als de werknemer in contact kan komen met stoffen die negatieve gezondheidseffecten op de huid hebben of voorzien zijn van de gevarenzin:
- H310 Dodelijk bij contact met de huid
- H311 Giftig bij contact met de huid
- H312 Schadelijk bij contact met de huid
- H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsels
- H315 Veroorzaakt huidirritatie
- H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken
De werkkleding is voor de betreffende stoffen chemicaliënbestendig (conform EN 13034) als de stoffen een zuurgraad (pH) kleiner of gelijk aan 2 of groter of gelijk aan 11,5 hebben. In geval medewerkers werkzaamheden uitvoeren in ATEX-gezoneerde ruimtes is de werkkleding antistatisch (conform EN1149-5). Bij Heetwerk werkzaamheden en als er een verhoogde kans is dat kleding kan vlamvatten, draagt de werknemer vlamvertragende werkkleding (conform EN ISO 11612).
Bij verplicht dragen van werkkleding dient een goede sanitaire ruimte beschikbaar te zijn.
Indien uit de risico-evaluatie van het bedrijf of taak-risico-analyse van de functie blijkt dat er gerede kans is op blootstelling aan biologische agentia (van klasse 2, 3 of 4) gelden de volgende regels:
- de werkkleding wordt bij het verlaten van de arbeidsplaats, direct na het beëindigen van de werkzaamheden, uitgetrokken in de aangewezen kleedruimte
- de werkkleding mag niet mee naar huis worden genomen en wordt op het bedrijfsterrein opgeborgen
- de werkkleding wordt op een andere plaats opgeborgen dan overige kleding
- het bedrijf zorgt voor het reinigen, zo nodig ontsmetten, of het vernietigen van de werkkleding
Indien uit de risico-evaluatie van het bedrijf of taak-risico-analyse van de functie blijkt dat er kans is op blootstelling aan trillingen dan is dit géén organisatorische maatregel, maar een verplichte basismaatregel die altijd moet worden genomen op grond van het Arbobesluit om afdoende bescherming te bieden tegen koude, tocht en vocht, omdat koude spieren extra gevoelig zijn voor de schadelijke effecten van trillingen.
Het dragen van werkkleding is een verplichte maatregel die bijdraagt aan het beperken van blootstelling aan biologische agentia, voorkomt dat biologische agentia buiten het bedrijf worden verspreid met aanvullende eisen bij een aantal specifieke gevaren.
- Neem voor nader advies over geschikte werkkleding contact op met een leverancier
- In geval van gerede kans op blootstelling aan biologische agentia: Artikel 4.89 (m.u.v. lid 1 en 3) Arbobesluit inzake Hygiënische beschermingsmaatregelen
- bij handelingen met kans op huidcontact: artikel 4.1c lid 1 sub f Arbobesluit inzake Beperken van blootstelling; algemene preventieve maatregelen
- In geval van blootstelling aan trillingen: Artikel 6.11c lid 1 sub i Arbobesluit inzake Voorkomen of beperken van schadelijke trillingen
- indien verplichte bescherming tegen een gevaar: Afdeling 1 van Hoofdstuk 8 Arbobesluit inzake Persoonlijke beschermingsmiddelen
- Artikel 9.3 Arbobesluit inzake Verplichtingen van de werknemer
- Artikel 9.5 Arbobesluit inzake Verplichtingen van zelfstandigen en meewerkende werkgevers