Jaarlijks vinden tussen 1.000 en 1.500 ongelukken bij het werken op hoogte plaats. Om het aantal ongevallen te verminderen, is sinds 2004 de richtlijn ‘Werken op hoogte’ van kracht. Werken op hoogte mag alleen vanaf een veilige en ergonomisch verantwoorde steiger, stelling, bordes of werkvloer. Een dergelijke constructie is verplicht wanneer op 2,5 meter hoogte of hoger wordt gewerkt. Een ladder mag in verreweg de meeste gevallen niet meer als werkplek worden gebruikt. Een ladder moet vooral gezien worden als een middel waarmee mensen zich kunnen verplaatsen. In de afvalbranche komt het werken op steigers voor tijdens het verrichten van onderhoud. Met name in afvalenergiecentrales is dat het geval.
De gevaren van werken op steigerwerk bestaan ondermeer uit:
- van hoogte vallen
- door een opening van een werkvloer vallen
- getroffen worden door een vallend voorwerp
- het omvallen van een steiger door onvoldoende verankering
- bezwijken of inschranken van een steiger ten gevolge van overbelasting of verkeerde montage
- Analyse van ongevallen in de afvalsector 1998-2009, RIVM
- Advies Gezondheidsraad Vallen van hoogte (19 december 2013)
- Volandis A-blad Steigerbouwen
- Volandis A-blad Rolsteigers