Het Besluit Europese Afvalstoffenlijst (Eural) bepaalt of een afvalstof tot de categorie ‘gevaarlijk’ hoort of niet.
Gevaarlijke afvalstoffen moeten op een veilige manier worden opgeslagen. Zolang een afvalstof op de juiste wijze verpakt is, is er geen gevaar voor de medewerker. Wanneer gevaarlijk afval vanuit een kleine verpakking wordt omgepakt in een grotere verpakking ontstaat er een kans op blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan diverse gevolgen hebben, zoals brandwonden, vergiftigingen, huidaandoeningen en dergelijke.
Bedrijven slaan gevaarlijke afvalstoffen op in een opslag die voldoet aan de PGS-richtlijnen bijvoorbeeld PGS 15 voor verpakte stoffen. Het afval moet uit deze opslag in een geschikt transportvoertuig voor vervoer van afvalstoffen komen. Bij deze overslag kunnen gevaarlijke stoffen vrijkomen. Bij de verwerker moeten de afvalstoffen weer gelost worden uit het voertuig naar een opslag of rechtstreeks in de installatie. Bij deze overslag kunnen gevaarlijke stoffen vrijkomen.
Gevaarlijk afval wordt bij wijze van uitzondering gestort, indien geen andere verwerkingsmogelijkheid is zoals bij asbest, asbesthoudend materiaal en licht verontreinigde grond die voor hergebruik bestemd is. Bij de activiteit verbranden doseren kranen het afval vanuit de ruwafvalbunker, welke op onderdruk staat, naar de trechters van de verbrandingsoven(s). Bij deze handeling komen medewerkers niet in aanraking met eventueel aanwezig gevaarlijk afval. Bij het verhelpen van verstopping moeten wel de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen worden om aanraking met het afval te voorkomen. Bij de activiteit Composteren en vergisten wordt alleen in uitzonderingsgevallen een kleine hoeveelheid gevaarlijk afval in het GFT-afval aangetroffen.
Risico´s met gevaarlijk afval treden voornamelijk op bij de activiteiten Inzamelen gevaarlijk afval, Milieustaat-KGA depot en Bewerken gevaarlijk afval.
- Zie ook Achtergrondinformatie gevaarlijk afval
- Zie ook Transport van gevaarlijk afval