Bij het inzamelen van huishoudelijk afval wordt groente- fruit- en tuinafval (gft-afval) apart opgehaald. Ook wordt groenafval dat vrijkomt bij de aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen, gescheiden gehouden. Zowel gft-afval als groenafval wordt naar een composteer- of vergistingsinstallatie gebracht.
Tijdens het composteerproces wordt het biologisch materiaal in een aantal weken door micro-organismen omgezet in compost waarbij veel warmte ontstaat. Binnen de compostering worden gft-compostering en groencompostering onderscheiden. Groencompostering vindt in de buitenlucht plaats, terwijl gft-compostering in hallen gebeurt.
Bij de vergisting van gft-afval wordt organisch materiaal in een vergistingstank omgezet in biogas, wat een mengsel van methaan (CH4) en koolstofdioxide (CO2) is. Biogas kan worden omgezet in groen gas of met een gasmotor worden omgezet naar energie en warmte.
Omdat groencompostering in de buitenlucht plaatsvindt, vormen hierbij belasting door hoge temperaturen, biologisch actief stof en dieselmotoremissie een minder groot risico dan bij gft-compostering.
Bij de activiteit Vergisten gelden nagenoeg dezelfde risico's als bij composteren. Alleen de risico's hoge temperaturen en verlichting gelden niet. In aanvulling daarop kent de activiteit Vergisten nog enkele specifieke gevaren.